
Bij Capgemini deed ik onderzoek naar ‘de professional van de toekomst’. Dat moest een schaap met 5 poten zijn – goed in z’n vak, communicatief sterk, authentiek, flexibel en gericht op innovatie. Bij veel klanten herken ik, dat ze hun bestaande populatie graag meer all-round willen zien. En dan rijst de vraag hoe ze dat kunnen doen.
Opdrachtgevers worden enthousiast van de beweging die ik voorstel – een transitie gebaseerd op het vergroten van bewustwording. Als het om henzelf zou gaan, dan wisten ze het wel, maar of de medewerkers dat aankunnen? Kiezen voor een andere dan de bestaande leerstrategie betekent kiezen voor een lerende organisatie. Iedereen doet daaraan mee en iedereen leert daarin op zijn of haar eigen manier. Als ik het vertel klinkt het aannemelijk en uitdagend. Maar zijn hun mensen daar klaar voor?
Eerlijk is eerlijk, dat weet ik niet. En voor mij maakt dat ook niet uit. Ik weet dat als we beginnen aan het creëren van een lerende organisatie vanzelf duidelijk wordt wat er nodig is en ik heb genoeg ervaring om daar een vorm voor te vinden die past. Ik geloof dat de crux ook niet zozeer daar in zit. De grootste onzekerheid zit niet bij de medewerkers, maar bij de managers, mijn opdrachtgevers. Durven zij het aan – een werkelijke ommezwaai maken naar een organisatie die mensen stimuleert om hun potentieel te benutten?
In mijn praktijk maak ik gelukkig opdrachtgevers mee, die ja zeggen tegen transitie en genoeg hebben van trucs. Zij zijn voor mij de facilitators van de ontwikkeling van de professionals van de toekomst. Zij tonen lef en slaan zelf de weg in, die ze hun medewerkers gunnen: authentiek, zelfbewust en met oog voor wat er nodig is. Mooi! Ik heb het genoegen met hen samen te werken. Wie doet nog meer mee?