In the spotlights:

In the spotlights:
23 oktober 2014 marieke

Schermafbeelding 2014-10-23 om 14.07.29En daar was ik dus precies bang voor. Dat op een of ander moment dit onderwerp zich zou opdringen als gegeven voor een ‘weekwoord’ blog. Dat ‘ik’ aan de orde zou zijn en dat ik er niet meer mee weg zou komen een ander woord als alibi te gebruiken. Enfin het is gebeurd: ik sta deze week ‘in the spotlights’. Het verbaast mensen die mij kennen regelmatig, dat ik daar zo op reageer. Met mijn achtergrond en mijn gebruikelijke manier van aanwezig zijn, is het blijkbaar niet congruent. Ook goed bedoelde adviezen over mezelf duidelijker profileren sneuvelen op het ongemak dat ik voel om het licht op mij te laten schijnen. Laat ik hier voor een ieder duidelijk zijn en kleur bekennen: ik heb een grote mond, kan anderen uitstekend adviseren over hoe zij op een podium kunnen schitteren; zelf blijf ik er het liefste weg.

Zo langzamerhand ben ik gaan snappen dat dat in mijn geval niet te maken heeft met valse bescheidenheid. Men heeft mij er wel van proberen te overtuigen, dat ik eigenlijk heel graag op een podium zou willen schitteren. Ik herken die behoefte bij mezelf niet. Ik wil graag gehoord en gezien worden, maar vind dat prettig in een context waarin ik direct contact en interactie ervaar en mijn verhaal vorm krijgt in de dialoog met de ander.  Dat ervaar ik dus niet als ik in de spotlights sta. Dat werpt letterlijk een eenzijdig licht op ‘de zaak’ en ik voel me er verloren en alleen. Het kost mij moeite om vandaaruit de verbinding te maken en mijn verhaal lijkt altijd te mager daarvoor.

Een keer heb ik een andere ervaring gehad. Toen presenteerde ik in Wageningen een sessie voor een zaal studenten over non-verbale communicatie en had 3 mensen op het podium uitgenodigd om het een en ander uit te proberen. Met hen en met de zaal al experimenterend mijn boodschap vorm geven was erg leuk en het podium was ‘mijn’ speelplaats, waarop ik vrij kon bewegen, beweren en spelen. Dat laatste is misschien wel de sleutel tot mijn schijnwerpers(on)gemak. Het kind in mij moet mee kunnen doen en de vrijheid hebben om uit te proberen. Mijn ‘ik’ is een voortdurende beweging. Anderen mogen mee kijken naar die beweging, maar vraag niet van me dat ik een keurig twee dimensionaal plaatje kan toelichten in welke vorm dan ook. Spotlight maakt mij niet zichtbaarder – hooguit kwetsbaarder, omdat ik het zicht op de ander mis en in contact met de ander juist zichtbaar word.

Eh, voila, het is gedaan: 25 regels stond ik centraal en heb mij laten kennen. Het schrijven is gelukt, omdat ik mij steeds inbeelde dat jij over mijn schouder meelas en commentaar gaf.  Souffleur in de spotlights dus, waarvoor dank!