Een vijandig team

Een vijandig team
1 juni 2016 marieke

stormIneens sta ik tijdens de teamdag als facilitator van het team midden in de vuurlinie. De vijandigheid is voelbaar, maar wordt niet uitgesproken. Sterker nog: degenen die zich uitspreken, uiten zich positief. Maar ik merk het verzet tegen wat ik vertegenwoordig en waartoe ik uitnodig,  juist in wat niet wordt gezegd en gedaan. Ik realiseer me dat dit kan gebeuren met een team dat vol in de storming fase zit!

Na de teamsessie heb ik een gesprek met de toekomstig leidinggevende van dit team. Hij heeft de leiding over het team voor de komende maanden nog in handen gegeven van een projectleidster die het team goed kent en door het team op handen wordt gedragen. Het team wil onder haar begeleiding het proces verder doen en daarmee is mijn rol in de begeleiding van dit team voorlopig overbodig.

Ik aarzel of ik met de toekomstig leidinggevende mijn gevoel en interpretatie van wat er op de teamdag gebeurde zal delen. In vergelijkbare situaties heb ik er tot nu toe voor gekozen om dat niet te doen; blij ook dat ik er vanaf was. Dit keer kies ik anders en mijn motivatie is helder: mijn rol is niet overbodig. Als ik ‘m niet invul, krijgt een ander ‘m toebedeeld. En ik vermoed dat niet de geliefde projectleider, maar de toekomstig leidinggevende degene is, die de rol door het team toebedeeld krijgt. Door mijn inzichten kan hij zich daar wellicht op voorbereiden en de komende periode al besluiten nemen, die het team richting de volgende fase helpen.

In het gesprek ervaar ik dat ik het spannend vind om mijn visie te delen. Het gaat immers voor een groot deel over wat ik heb gevoeld en hoe ik dat interpreteer. Tegelijkertijd merk ik dat zijn betrokkenheid bij het teamproces groter wordt en dat hij beseft dat hij bepaalde zaken met de projectleider anders zal moeten afstemmen om te voorkomen, dat hij straks een in slaap gesust, maar nog steeds boos en verdeeld team op zijn bordje krijgt, dat hem verantwoordelijk houdt voor alles waar ze zich onzeker door voelen.  De projectleider zal haar rol anders moeten gaan spelen, om dit team een stap verder te helpen. Zij zal moeten kiezen en daarmee kan ze niet meer iedereen te vriend houden. Begrip kan niet langer voor besluit komen. En dat gaan zowel zij als het team niet leuk vinden.

Tijdens de teamdag kwam ik met de projectleider in een good guy, bad guy spel terecht kwam. Ik heb dat benoemd. Ze zei daar weinig op en dat begrijp ik in de context van de ontwikkelingen goed. Ik hoop dat zij begrijpt dat de invulling van de ‘bad guy’ rol nu vacant is. En ik ben benieuwd of zij bereid is, die op te pakken, zodat het team de conflicten uit moet werken en verder kan naar de volgende fase. Dan kan de toekomstig leidinggevende over een paar maanden met een gezonde club aan de gang. Het probleem van de hoeveelheid werk, die nu te veel en zwaar lijkt, zou dan opgelost zijn. Een goed functionerend team heeft daar immers weer de volle aandacht voor.

Door mijn inzicht te delen, heb ik de betekenis van de rol die ik in dit proces speel serieus genomen en er aandacht voor gevraagd. Daarmee draag ik bij aan de ontwikkeling van dit team, al weet ik bijna zeker dat het team en de projectleider me daar nu niet heel dankbaar voor zullen zijn. En dat is misschien maar goed ook.