Hij kijkt me aan en zegt gefrustreerd: “Waarom begrijpen ze dat nou niet?! Hoe kan ’t in hemelsnaam dat ze niet snappen, dat dit nodig is?!” Daarna volgt een verklaring voor zijn standpunt, waaruit blijkt, dat de reactie van zijn team echt onlogisch en niet rationeel is. Als ik hem volg, kan ik niet anders dan het met hem eens zijn. Zijn verhaal is waterdicht. Gelukkig weten we allebei, dat ik niet met hem in gesprek ben om zijn verhaal te bevestigen en het met hem eens te zijn.
Onbewust heeft hij het handvat voor vervolg al gegeven, door de vragen die hij stelde aan het begin van zijn betoog. Als we daar opnieuw naar kijken en de uitroeptekens weghalen dan zijn het zeer goede vragen! Als hij een antwoord krijgt op de vragen waarom zijn team zijn maatregel niet begrijpt en waarom ze niet inzien dat dit nodig is, dan heeft hij een mooi aanknopingspunt om het gesprek met zijn teamleden nog eens aan te gaan. Het kost mijn gesprekspartner moeite om zijn aandacht op de werkelijke vraag te richten. Zijn verontwaardiging zit ‘m in de weg. Als we boven tafel hebben waar die in wezen over gaat, komt die ruimte er wel. De conclusie van ons gesprek is, dat hij de bovenstaande vragen vanuit oprechte betrokkenheid aan een aantal mensen gaat stellen, zodat hij zicht krijgt op waar hij beter kan aansluiten.
In veel gesprekken kom ik deze strategie tegen: mensen stellen een vraag, die eerder met een uitroepteken dan met een vraagteken eindigt. Het mooie is, dat ze daarmee precies de kloof onthullen, die gedicht kan worden. Als zij zien, wat hen stoort in het gedrag van de ander en bereid zijn de vraag oprecht (aan de ander) te stellen, dan is een nieuwe mogelijkheid voor verbinding gelegd. De energie van de verontwaardiging, is dus de brandstof voor de oplossing. Hoe mooi is dat?